Land van oorsprong: Noord Italië. Einde
1800 in Duitsland ingevoerd.
BESCHRIJVING Algemeen voorkomen: de kleinste van de
kipduiven. Rond lichaam. De staart wordt iets hoog gedragen, maar niet zo hoog
als bij de andere kipduivenrassen. Stand horizontaal. Hals met kop, romp en
benen nemen ieder voor zich 1/3 van de totale hoogte in beslag. De
lichaamslengte bedraagt 2/3 van de hoogte.
Type: kort, breed met rond lichaam, lange benen en hals.
Stand: hoog en horizontaal.
Kop: rond,gelijkmatig gewelfd, ongekapt. Voorhoofd niet erg hoog. In verhouding
bij het lichaam passend.
Ogen: iris rood-oranje, bij wit oranje-rood of donker.
Oogranden: smal, donker bij donkere kleurslagen, licht bij lichte kleurslagen,
rood bij wit met donkere ogen.
Snavel: middenlang, naar verhouding fors, zwart bij donkere kleurslagen, licht
bij lichte kleurslagen, donker hoornkleurig bij rood en de blauwzilverkleurigen,
bij magnani zonder betekenis. Neusdoppen kort en vlak.
Keel: goed uitgesneden.
Hals: vanaf de romp naar de kop toe gelijkmatig dunner wordend.
Borst: vol breed en goed gerond.Buik: Vol en goed gerond, achter met veel dons.
De borst en de buik vertonen een ononderbroken lijn.
Rug: kort niet afhellend,breed in de schouders.
Vleugels:kort,de rug goed afdekkend, zonder te kruisen op de staart gedragen,
het staarteinde niet bereikend.
Staart: Iets opgetrokken gedragen,zo kort mogelijk, niet breed, goed gesloten.
Benen: Schenkels goed zichtbaar, steeds onbevederd, nagelkeur van geen
betekenis.
Bevedering: Achterpartij met veel dons. De overige bevedering glad aanliggend.
Bij SCHIETTI:
Wit, wit met donkere ogen, Blauw ongeband,
blauw zwartgeband,blauw geschubd, blauw witgeband, blauw witschild gezoomd,
blauw bronsgeband, blauw bronsgeschubd, blauw lichtgetijgerd, blauw
donkergetijgerd, blauw schimmel, Andalusisch blauw. Donkerblauw
zilverwitschild gezoomd, donkerblauw bronsschild, donkerblauw bronsschild
gezoomd. Blauwzilver ongeband, blauwzilver donkergeband;
blauwzilver geschubd, blauwzilver sulfergeband, blauwzilver sulferschild,
blauwzilver sulferschild gezoomd, Zwart, zwart witgeband,
zwart zilverwitschild gezoomd, zwart getijgerd, zwart bont,
Rood, rood witgeband, roodzilverschild gezoomd, Roodzilver
geband, roodzilver geschubd, Geel, geel witgeband, geel
zilverwitschild gezoomd, Geelzilver geband, geelzilver geschubd, Bruinzilver
ongeband, bruinzilver bronsgeband, bruinzilver bronsgeschubd.
Bij GAZZI:
Blauw ongeband,blauw zwartgeband, blauw
geschubd, blauw witgeband,blauw bronsgeband, blauw bronsgeschubd, Andalusisch
blauw, Donkerblauw bronsschild, donkerblauw bronsschild gezoomd, Blauwzilver
ongeband, blauwzilver donkergeband, blauwzilver geschubd, blauwzilver sulferschild,blauwzilver
sulferschild gezoomd, Zwart, zwart witgeband, Rood, rood witgeband, rood
zilverwitschild gezoomd, Roodzilver geband, roodzilver geschubd, Geel, geel
witgeband, geel zilverwitschild gezoomd, Geelzilver
geband, geelzilver geschubd, Bruinzilver ongeband,
bruinzilver bronsgeband, bruinzilver bronsgeschubd.
Bij MAGNANI:
Crémekleurig, veelkleurig.
Schietti: hele duif gekleurd.
Gazzi: grondkleur wit. Kop,kleine slab,vleugels inclusief de slagpennen, staart, boven- en onderstaartdek(kiel) gekleurd. De koptekening loopt vanaf de achterkant van de schedel in een booglijn ongeveer 1cm onder de ogen door naar het voorhoofd. De korte slab goed gerond en niet lager dan de punt van de op de keel gedrukte snavel. Gekleurde bovenrug( rug) en iets aan de binnenzijde van de schenkels gekleurde sokjes zijn toegestaan.
Magnani: er moeten tenminste drie kleuren duidelijk herkenbaar zijn. Hoe gevarieerder en hoe gelijkmatiger de kleurverdeling, des te beter. Slagpennen en staart moeten getekend zijn. Doffers zijn meer getekend dan duivinnen. De tekening wordt met toenemende leeftijd donkerder.
a) Crèmekleurig: grondkleur crèmekleurig met lichte en donkere spikkels, ongeband en met gele of bruine banden.
b) Veelkleurig: grondkleur zilvergrijs tot blauw met lichtgele, bruine en / of zwarte spikkels
De zwarten, blauwe, roden en gelen hebben
een intensieve kleur. De donkeren hebben een zwart-blauwe
lichaamskleur Hun staart is blauw met een zwarte staartband. De vleugelpennen
zijn onderaan bronskleurig en zwart uitlopend.
Bij de sulferschilden is de donkere
grondkleur iets lichter dan bij de donkeren. Hun vleugels zijn onderaan
geelachtig tot donker uitlopend.
De Andalusisch blauwen hebben een
zwart-blauwe kop en halskleur. Borst, buikbevedering en staart zijn wat bleker
donkerblauw. Het vleugelschild heeft bij voorkeur een zwarte zoming en donker
uitlopende slagpennen. Zeer weinig onopvallende roest is toegestaan.
De zilvers hebben een gelijkmatige hals- en
borstkleur. De grondkleur zal zijn: bij bruin
lichtbruin, bij rood baksteen-rood en bij geel lichtgeel.
De blauwen en
de blauwzilvers hebben een doorgekleurde vleugelkleur en staart met
staartband.
De roden en de geelzilvers hebben bleke
pennen en een bleke staartkleur.
Bij SCHIETTI wordt de kopkleur en de kleur
van de banden zo gelijkmatig mogelijk gewenst.
De getijgerden worden zo gelijkmatig
mogelijk getekend verlangd. Slagpennen en staart zijn gekleurd.
De bonten of gevlekten vertonen een
regelmatig gekleurde tekening. De slagpennen aan beide vleugels en de staart
zoveel mogelijk gevlekt.
Blauwschimmels hebben minder of meer witte
punten in iedere pen (grizzle kleur) en donkere banden.
Bij GAZZI hebben alle kleurslagen een
gelijke kleur aan de kop en de banden
De bronskleurigen hebben kastanjebruine
banden. De vogels met witte banden, brons en
sulferbanden hebben een donkere bandenzoom. De geschubde vertonen een zo gelijkmatig
mogelijk, goed gekleurde mantel. Het uiteinde der vleugelveertjes vertoont een
driehoek in de aanwezige grondkleur.
Bij de bronsgeschubden is de
driehoektekening zwart. De bronsschilden hebben een bruin schild,
de ongezoomden een bleker reebruin schild en de gezoomden een
kastanjebruinschild. De bronsschilden en de sulferschilden met zoming vertonen
bovendien aan iedere veer een smalle doorgaande zoom. Bij de sulferschilden is de schildkleur
bleekgeel. De bleke schildkleurigen hebben een wit
schild. De zilvers laten een bleek, zuiver, niet
gewolkt schild zien met banden in de grondkleur. Bij blauw is de grondkleur zwart.
De blauwzilvers met sulferbanden hebben
bleekgele banden. De vinktekening is toegelaten bij alle
gezoomde kleurslagen, de bronsschilden en de sulferschilden.
Plomp of lang lichaam,borstnaad, te lage of
afhellende stand, x benen,te vlakke staartdracht, breed gedragen staart, open
staart, slechte vleugeldracht, te dikke respectievelijk te dunne hals,
onderbroken onderlijn, platte schedel, spitse voorkop, hengstennek, te lange of
te dunne snavel, rode of grove oogranden
(behalve bij wit met donkere ogen), erg
harige of losse bevedering, te matte lichaams- of schildkleur,onzuivere
banden,sterke pijltekening bij de gezoomden,in gesloten toestand zichtbare
schimmel in de slagpennen.
SCHIETTI: sterk afwijkende kleur of
tekening,witte slag-of staartpennen bij zwart- of bont getijgerden, wanneer 1
witte pen voorkomt in de vleugel, moet die ook aanwezig zijn in de staartveren.
Dan pas wordt de kleurslag bont aangenomen.
Schimmel in
de nek bij zilverwitschild gezoomden.
GAZZI: onregelmatige en te laag reikende
hals-nektekening,gekleurde veren in de witte lichaamskleur, witte veren in de
gekleurde veervelden. Wit bij de aars.
MAGNANI: minder dan drie kleuren,
eenkleurige of te donkere halskleur bij veelkleurigen, eenkleurige slagpennen en
staart, te donkere grondkleur en ontbreken van de kleurspatten bij de crèmekleurigen.
Type en grootte.
Stand.
Hals en benen.
Kop.
Kleur ogen en oogranden.
Kleur en tekening.
Int. Stand. Ind. Nr.206
Ring: 7 mm.